Deze haiku schreef ik toen we een weekendje weg waren. De boom op de foto klopt, de vogel was echter al gevlogen…
Een helder zonnetje schijnt door de half gesloten gordijnen naar binnen. Nellie Taekema werpt een blik op de wekker naast haar. Kwart over twee, tijd om op te staan. Ze slaat het boek met een klap dicht. Zo, uit. Sandra komt straks een nieuwe boekentas brengen, dus dat komt goed uit. Ze had een paar weken terug het eerste deel van de serie Zeven Zussen in haar boekentas gedaan. ‘Deze vind u ook vast leuk’, had ze gezegd. En inderdaad, het leest als een trein, nu heeft ze het tweede deel ook uit. Ze legt het boek op haar nachtkastje en stapt behoedzaam uit bed. Haar knieën kraken als ze de trap afloopt. Ze glimlacht om haar stijfheid. In de keuken zet ze de buitendeur open en blijft een moment in de deuropening staan, genietend van de zon op haar gezicht. De lente zal niet lang meer op zich laten wachten.
Die donderdag werd mijn kleine mannetje in een groot bed naar een operatiekamer gebracht. Een aantal weken ervoor had Jens een ongelukkige val gemaakt, waarbij zijn ene voortand terug de kaak in geschoten was en de andere voortand los zat. Weken van pijn, slecht eten, slecht slapen en weinig energie gingen vooraf aan het verlossende besluit om de voortanden onder narcose te verwijderen.
Mijn oud-studiegenootje Marieke zag mijn post hierover op Facebook en bood aan om voor Jens een cadeautje aan te vragen bij Troostdekentje.
Ken je dat? Dat je jezelf afvraagt of iets toevallig gebeurt of dat het ‘zo moet zijn’? Dat er een samenhang lijkt te zijn tussen dingen of tussen gebeurtenissen? Ik geef je wat voorbeelden.
Allereerst over mijn lief Dennis en mij. Toen we elkaar leerden kennen, vroeg hij me op een gegeven moment wanneer ik jarig ben. ‘Op 10 augustus’, antwoordde ik. ‘Oh, ik ook’, was zijn reactie. Vervolgens moest hij zich legitimeren, want ik geloofde hem niet. Toeval?